Blogposts

Blog

Geplaatst op donderdag 17 mei 2012 @ 20:45 door Calamandja , 1612 keer bekeken

Italië Magazine nummer 3 2012
Costa dei Trabocchi
Costa dei Trabocchi 1
Ze zien er wat buitenaards uit, als gigan­tische krabben met lange stelten, pootjebadend langs dit ­rustige stukje Adriatische kust. Gehaaste toeristen zouden ze misschien zo voorbij rijden, zich er niet van bewust dat deze houten platformen juist een van de redenen zouden moeten zijn om naar Abruzzo af te reizen. Maar zeg tegen een Italiaan dat u van plan bent frutti di mare te eten op een trabocco en u lokt gegarandeerd goedkeurende reacties uit. Ze zijn beroemd, berucht en geliefd in Italië, deze trabocchi. ­Respect voor de slimme kustbewoners die gevaarlijke boottochtjes in de 17de eeuw inruilden voor vissen vanaf deze oerdegelijke houten constructies, die ondanks hun misschien wat krakke­mikkig aandoende voorkomen prima opgewassen zijn tegen de veelal onstuimige zee. Dankzij eenvoudige bouw­technieken als het gebruik van touwverbindingen en gewichten blijven ze fier overeind staan, stevig verankerd in de rotsige ondergrond net onder het wateroppervlak. De oplossing voor vissers die altijd zeeziek worden, zo noemde iemand de trabocchi ooit. De Italiaanse dichter Gabriele D’Annunzio, die langs deze kust geboren werd, beschreef de ­trabocchi als reuzenspinnen uit de zee, door de mens vervaardigde bruggen ­tussen land en water.

Stevig acaciahout
De laatste decennia worden de trabocchi nog maar weinig gebruikt; steeds vaker worden ze ingeruild voor grotere vis­boten voor de commerciële visvangst. De regio Abruzzo vond het tijd om de trabocchi in ere te herstellen door ­speciale subsidies beschikbaar te stellen voor renovaties en onderhoud. Zo konden de eigenaren, die ze soms al meer dan honderd jaar in de familie hadden, de trabocchi openen voor het grote publiek. En dan niet als suffe musea, maar als unieke, tot de verbeelding ­sprekende visrestaurants met schitterend uitzicht over de Middellandse Zee. Een restaurantje dat lijkt opgehangen tussen aarde en zee, wie wil daar nu niet op een zonovergoten namiddag of een zinderende avond de voeten onder tafel steken?
Costa dei Trabocchi 2
Verspreid over de veertig kilometer lange kustlijn tussen het mooie stadje Vasto en Francavilla al Mare ­liggen zeven trabocchi. Ze hebben niet allemaal restaurantjes aan boord, maar als dit wel het geval is, staat langs de weg altijd wel een bordje dat naar een ­parkeerplaats verwijst. Dan begint het avontuur. Tussen de bosjes groen en de bloemen die de kuststrook opfleuren, is het eerst zaak het begin van de ­houten constructie te vinden, oftewel een lange loopplank bengelend boven de trans­parante zee, met stevige touwen en visnetten als balustrade. Meestal lopen ze niet helemaal recht, maar gaan ze eerst wat naar links, dan misschien wat naar rechts. Niet omdat ze gebouwd zijn door een stel dronken vissers, maar omdat ze afhankelijk zijn van de rotsige ondergrond die de trabocchi moet dragen. Sommige van de trabocchi staan hier al 120 jaar of langer. Meestal zijn ze opgetrokken uit stevig acaciahout, dat na contact met zout water alleen maar ­sterker wordt. Volgens locals heeft het acaciahout een speciaal DNA en geeft het zelf aan wanneer het tijd is voor ­vervanging of herstel. En dan zijn er natuurlijk nog de netten die door de spinachtige armen of tentakels omhoog worden gehouden. Vroeger lagen deze  geduldig te wachten tot de visser ze, gevuld met vissen en calamari, weer omhoog hees. Dat gebeurde niet met de hand, maar met een vernuftig hef­mechanisme van houten balken dat onder de trabocchi is gebouwd. 
Over de oorsprong van de trabocchi bestaat enige discussie. Eén versie van het verhaal zegt dat er een immigranten­stroom op gang kwam vanuit Frankrijk en Duitsland nadat de huidige trabocchi-regio in de 17de eeuw werd getroffen door een desastreuze aardbeving. Die immigranten brachten vaardigheden zoals hout- en metaalbewerking mee en vonden een oplossing voor de aanhoudende hongersnood in deze streek: in plaats van de woelige zee te trotseren, bouwden ze deze visinstallaties aan de kust. Sommige historici spreken dit tegen en stellen dat er documenten bestaan waaruit blijkt dat de trabocchi al in de 15de eeuw zijn ontstaan. Hoe dan ook, oud zijn ze, deze houten sculpturen. Al eeuwenlang spreken ze tot ieders verbeelding. (Tekst Debbie Pappyn, Fotografie David De Vleeschauwer)

Zie Italië Magazine nummer 3 2012 voor het volledige artikel.
Molise
Molise 1
Wáár ga je naartoe? Molise, de op een na kleinste regio van Italië, is met stip de onbekendste regio van het land. Weinigen hebben ervan gehoord, nog minder mensen zijn er geweest. Niet ­helemaal terecht, want hoewel Molise dan misschien niets spectaculairs te ­bieden heeft, zijn de zee en de stranden er fraai, zijn de Romeinse resten indrukwekkend en is de bevolking er buiten­gewoon vriendelijk. 
Zo’n beetje halverwege de 38 kilometer lange kustlijn ligt de enige plaats van betekenis aan zee: Termoli. Delungomare biedt een typisch Italiaanse aanblik: kleurige parasols bedekken het grootste deel van het strand, waarbij elke strandtent zijn eigen kleuren heeft. Hotels zijn er maar weinig, het toerisme in Molise is niet erg ontwikkeld. Het is de lokale bevolking die hier komt om van de zee en de zon te genieten, onderdeel van het ­dagelijks leven. Wie de echte Italiaanse strand­ervaring wil beleven, kan hier dus  terecht. Nu, later in de middag, verzamelt oud en jong uit Termoli zich hier. Ouders met kleine kinderen spelen in de branding, jongeren hangen verliefd tegen elkaar aan op de ligbedden. Er wordt ­gelezen, gezond, gekaart, geflirt.
Aan het eind van het strand doemt de oude borgo op, die op een schiereilandje in de Adriatische Zee ligt. De oude stadswal wordt geflankeerd door twee trabocchi, ouderwetse visinstallaties die een beetje aan een spin doen denken. Later, als we gaan eten, is een van de twee in actie te zien: het grote net gaat even in zee en wordt dan weer opgehesen. De vangst is echter niet groot, zo zien we van een afstandje. Hoe bescheiden van omvang de borgo ook is, de charme is er niet ­minder om. Zo is het terras van Osteria Dentro Le Mura een idyllisch plekje om te dineren. Onder een ondergaande zon eten we hier uitstekend – vis uiteraard.
Molise 2
De volgende ochtend keren we na het ­ontbijt nog even terug naar de oude stad. Allereerst voor een cappuccino op een ­terras op de stadswal, maar ook om de kathedraal met zijn prachtige façade in romaans-Apulische stijl te bewonderen. Klassieker wordt het niet: over het lege plein voor de kathedraal schuifelt een krom oud vrouwtje, in het zwart gekleed. In haar ene hand een tas met bood­schappen, in de andere een rozenkrans. Terwijl we haar passeren, prevelt ze zachtjes haar gebeden. 
Dat Molise niet erg op toeristen is ingesteld, blijkt al uit het feit dat het ons niet lukt om in Termoli een gidsje over de regio te kopen. Ook de boekwinkels en krantenkiosken in het modernere deel van het stadje bieden geen soelaas. Een goede les: wie Molise wil verkennen, kan zich maar het beste goed voorbereiden.

Pastoraal landschap
Met de wat beperkte informatie uit een gidsje van de VVV van Molise gaan we 
op pad. Eerst naar Larino, waar zich de ­resten van een Romeins amfitheater bevinden, met ietsje verder, beschermd door een afdakje, enkele mozaïeken met afbeeldingen van ­dolfijnen. Aardig, maar Molise heeft mooier voor ons in petto. Bezoek ook zeker het middeleeuwse stadje zelf, met de fraaie kathedraal uit 1319 en het Palazzo Ducale, waarin het Museo Civico is gevestigd.
Het landschap in dit deel van Molise is pastoraal. Glooiende heuvels, grote rollen hooi die liggen te drogen, velden vol zonne­bloemen. En hier en daar een dorp op een heuveltop. De grote weg van Termoli naar Campobasso biedt ter hoogte van het meer van Guardialfiera een prachtig uitzicht; hij loopt over een brug midden door het kunst­matige meer. We worden verrast door een onweersbui, maar gelukkig vinden we vlakbij een ­pizzeria waar we een late lunch kunnen nuttigen. De man die ons bedient – zelf afkomstig uit Abruzzo – vraagt ons verbaasd hoe we als Nederlanders in Molise terechtkomen. Dat kent toch niemand? Er komen hier overigens ook wel eens andere Nederlanders eten, maar die hebben een huisje in de regio.
Als het onweer is weggetrokken gaan we weer op pad, maar het blijft dreigen en tot in de avond barst het onweer nog met enige regelmaat los. (Tekst Paul van Eijndhoven, fotografie Jeroen Oerlemans)

Zie Italië Magazine nummer 3 2012 voor het volledige artikel en tips & adressen.
En verder nog:
Rubriek Culinair
Sardijnse smaken
In haar kookboek 'Culinair Sardinië' laat Loes Janssen Miraglia ons kennismaken met de relatief onbekende Sardijnse eilandkeuken. »
Wildplukken
In de zomermaanden gaat Barbara Summa graag op zoek naar lekkers 'in het wild'. »
Rubriek Cultuur en design
Italië en de VS
De naam van Amerika is ontleend aan de Florentijn Amerigo Vespucci en markeert zodoende het begin van de eeuwenoude band tussen Amerika en Italië. »
Herculaneum
De antieke stad Herculaneum is weliswaar onbekender, maar veel beter bewaard dan zijn grote broer Pompeii. »
Rubriek En verder...
Rome revisited
Fotograaf Chris-Warde Jones bekijkt Rome eens door de lens van zijn iPhone. »



Reacties

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.