Paolo Conte, over wijn, draagbare telefoons en antieke dassen

Geplaatst op zondag 17 mei 2009 @ 21:42 , 1558 keer bekeken

Hij is een norse man, kort van stof, die alleen maar Italiaans spreekt. Vraag hem alstublieft niet om te poseren voor foto's. En stel best geen vragen over politiek, dat maakt hem extreem kregelig.' De briefing vóór het interview voorspelde niet veel goeds. Maar als Paolo Conte (72) ons tegemoet wandelt, glimlacht hij kamerbreed en begint hij meteen uitvoerig te vertellen. In vloeiend Frans. Over de Italiaanse politiek dan nog. 'Silvio Berlusconi laat me volledig koud. Ik begrijp geen bal van politiek, het interesseert me ook geen jota. Er wordt veel te veel over gepraat naar mijn zin. Als muzikant moet ik niet van mijn bekendheid profiteren om politieke boodschappen te verpakken in mijn teksten. Mijn liedjes gaan over de kleine dingen van het leven. Ik wil absoluut geen moraalridder zijn.'

Wat hij dan wel is? 'Een melancholicus en een nachtmens. Ik schrijf en componeer 's nachts, omdat het dan volstrekt stil is in huis.' Niet dat Paolo Conte in een lawaaierige stad resideert. Hij woont al sinds zijn geboorte in Asti, een oud stadje in Piemonte, bekend om zijn wijn en middeleeuwse domkerk. 'Mensen zeggen altijd dat ik dé melancholicus bij uitstek ben. Maar ik denk dat dat gevoel typisch is voor veel artiesten van mijn generatie. Ik ben geen trieste mopperaar met zelfmoordgedachten. Ik hou gewoon van de duistere kant van het leven. En melancholie kan best aangenaam zijn.

De oude doos

Melancholie en nostalgie liggen bij Conte dicht bij elkaar. Wie naar zijn muziek luistert, hoort echo's uit lang vervlogen tijden: dixielandjazz, Hot Club De France-swing, modernistische kunstcafés, doorrookte jazzcabaretten en muzikanten à la Sidney Bechet, Benny Goodman, Duke Ellington, Louis Armstrong en Earl Hines. Artiesten die hun gloriejaren vóór de Tweede Wereldoorlog kenden en die anno 2009 niet echt relevant, laat staan invloedrijk meer zijn. Waarom is de tijd voor Conte daar dan blijven stilstaan? 'Er is nadien gewoon niet veel goeie muziek meer gemaakt. Zelfs de varianten van de bebop - denk aan Charlie Parker en Dizzy Gillespie - konden mij niet bekoren. Het enige wat ik nog kan appreciëren, is de freejazz, die begin jaren 60 kwam opzetten.'

Nochtans is er van die ultieme vrijheid van vorm en toonaard van de freejazz in zijn muziek weinig terug te vinden. 'Dat klopt. Doorgaans hou ik mijn muzikanten strak in het gareel. Ik wil discipline. Maar soms laat ik ze hun momentje van vrijheid beleven tijdens een concert. Zo blijft de muziek fris en blijft optreden leuk.' Na 40 jaar op de planken en ontelbare keren zijn greatest hits als 'Via Con Me', 'Max', 'Azzurro' en 'Gli Impermeabli' te moeten opvoeren, raakt applaus hem dan nog? 'Hetzelfde repertoire herhalen blijft leuk omdat ik onder het professionele laagje als performer nog de geest van een amateurmuzikant heb. Mijn muzikanten zijn mijn vrienden. We amuseren ons als kleine kinderen. En als ze niet uit beleefdheid klappen, als het een geïnteresseerd publiek is, ja, dat doet me nog steeds iets, ook na al die jaren.' En dat zijn bandleden gemiddeld 30 jaar jonger zijn dan hij is, houdt hem naar eigen zeggen kwiek.

Toch merk je aan kleine dingen dat Conte ouder wordt. Aan zijn korrelige zangstijl die met de jaren op mompelend parlando is gaan lijken. Aan de onbeholpenheid waarmee hij een halve kilo suiker door zijn espresso roert (en morst). Aan zijn beverige hand wanneer hij zijn zoveelste Marlboro probeert aan te steken. Of aan zijn gloeiende hekel aan gadgets en computers. 'Ik ben anti-technologie. Een gsm wil ik niet. En mijn televisie zet ik enkel aan om naar het voetbal te kijken. Mijn teksten schrijf ik niet op een computer. Ik ben een potlood-en-papiermens. Artiesten die muziek maken met de computer vind ik maar niks. Dat is louter programmeerwerk. Waar is hun zin voor avontuur?'

Het lijkt wel alsof deze eeuw hem stoort. 'Dat is ook zo. Onze wereld wordt gedomineerd door cijfers, wiskunde, statistieken en exacte wetenschap. Terwijl het leven helemaal niet exact is. Twijfel is mijn gids in het leven, niet de zekerheid.'

De geur van bommen

Conte's nostalgie naar de jaren 30 en 40 van vorige eeuw verwondert. Italië had toen af te rekenen met het schrikbewind van de fascistische dictator Benito Mussolini en raakte vrijwel meteen betrokken in de Tweede Wereldoorlog. Toen Conte amper drie was, brak die in alle hevigheid uit. 'Ik herinner me nog flitsen van het inferno. De geur van bommen, dat vergeet je nooit.' Conte moest onderduiken in de boerderij van zijn grootvader, waar ook enkele Joden clandestien verbleven. Mussolini had Amerikaanse muziek verboden, maar dat zinde de familie Conte niet. Paolo's vader, een advocaat én jazzfreak, bleef op de zwarte markt jazz- en bluesalbums kopen waar het gezin naar luisterde. Het zou Conte levenslang beïnvloeden. Direct na de oorlog leerde Paolo piano, vibrafoon en kazoo spelen, net als zijn broer Giorgio. Samen speelden ze in jazzcombo's, weliswaar met matig succes.

Meer bijval hadden de songs die het tweetal in de jaren 60 en 70 schreef voor Italiaanse charmezangers als Bruno Lauzi en Adriano Celentano en later ook Johnny Halliday en Shirley Bassey. Conte wou eigenlijk als componist en tekstschrijver in de schaduw van artiesten blijven, maar Lilly Greco van RCA Records zag wel iets in die grofkorrelige stem en lichte swing van Conte. In 1974 haalde hij hem over een studioalbum op te nemen waarop hij eigen liedjes zong en inspeelde. Vijf jaar later had hij met 'Un Gelato al Limon' zijn eerste internationale hit te pakken. In 1981 was het weer prijs met 'Via con me (It's wonderful)'. In 1987 kwam de definitieve doorbraak met 'Max', een intriest liedje opgedragen aan een overleden vriend, dat ironisch genoeg al talloze malen voor pasta- en andere reclames werd gerecycleerd. Intussen staat de teller op 14 studioalbums en vijf liveplaten.

Advocaat

Een opmerkelijk parcours, want het eerste deel van zijn muziekcarrière was Conte overdag aan de slag als advocaat. Conte komt uit een welgestelde advocatenfamilie die grootgrondbezitter is in Piemonte. Zijn vader pushte hem rechten te studeren zodat Paolo zijn kantoor kon overnemen. Eigenlijk wou hij dokter worden. 20 jaar lang pleitte hij zaken, terwijl hij halftijds zijn muziekcarrière uitbouwde en 's nachts songs pende. Advocaat en componist: hoe valt dat te rijmen in één persoon? 'Ik ben een man van het woord. Ik hou van de kracht van poëzie en van literatuur. Auteurs als Georges Simenon en Henning Mankell zijn tovenaars met woorden.' Voelt hij zich ook zo'n magiër? 'Het valt me soms zwaar om teksten te maken bij mijn muziek. Het is een echt gevecht. Italiaans is totaal geen muzikale taal: de woorden zijn te lang, de klemtonen vallen verkeerd, er zit geen ritme in. Mocht ik echt mijn zin doen, ik maakte enkel nog instrumentale liedjes.'

Conte heeft een devote aanhang, maar evengoed rabiate tegenstanders die zijn muziek kitscherig en pathetisch vinden. 'Het is een kwestie van maturiteit', verklaarde een bevriende fan ons onlangs. 'Conte's muziek moet je leren appreciëren. Je moet aanvaarden dat er totaal geen trendy kantje aan is. Wie het niet graag hoort, is er gewoon nog niet rijp voor.' Als we de stelling aan Conte voorleggen, moet hij lachen. 'Om mijn muziek te appreciëren, moet je een masochist zijn. De personages in mijn trieste liefdesliedjes zijn als acteurs in een theaterstuk. De man en de vrouw spelen elk een rol, maar telkens weer is de man de mentale winnaar. Mijn songs zijn geen simpele kinderboeken die je in één ruk uitleest. Ze hebben verschillende lagen en vergen enige voorkennis. Je moet verbanden kunnen leggen met jazz-, literatuur- en kunstgeschiedenis.'

Conte verwijst naar arte povera, maar evengoed naar prehistorische grotkunst, naar schrijvers als Ovidius en Ernest Hemingway of naar het futurisme. Zelf waagt Conte zich ook wel eens aan een kunstwerkje. 'Bij mijn jongste plaat 'Psiche' heb ik er een paar afgebeeld in het tekstboekje.' We zien geschetste zelfportretten, een abstracte lijnentekening die naar het futurisme knipoogt, een fietser en een gestileerd paard. 'Als kind tekende ik vaak tractoren. Ik schetste ze extreem gedetailleerd, tot op het kleinste vijsje in de motor nauwkeurig. Later ging ik door mijn paarden-, muzikanten- en naakte-vrouwenperiode. En nu teken ik haast enkel nog abstract. Het is pas recent dat ik naar buiten durf te komen met mijn kunstwerkjes. Al is tekenen een veel vroegere passie dan zingen of componeren in mijn leven. Kunst is essentieel in mijn bestaan. Helaas heb ik niet genoeg geld om werk van mijn geliefde modernisten te collectioneren. Misschien maar best. Verzamelen heeft een pijnlijk gevolg: op een dag moet je het weer afstaan. Ik koop liever kunstboeken. Dan kan ik naar de prentjes kijken zonder me zorgen te maken.'

Mislukte wijnboer

Dat Conte in een opperbeste stemming is, is aan alles voelbaar. Hij staat zelfs een fotosessie toe. En als we hem aan het eind van het gesprek uitdagend vergelijken met de 13 jaar oudere Charles Aznavour, kan hij er nog mee lachen ook. 'Ik hoop dat ik er toch nog iets beter uitzie dan hij', grapt hij. Dat is ook het geval. Conte is een man die zuivere klasse uitstraalt, ook vestimentair. Op het podium durft hij zich in zwaluwstaart te hijsen, 'om de indruk te geven dat ik een autoritaire dirigent ben'. En in het dagelijkse leven kiest hij voor degelijke casual Italiaanse mode. 'Vooral de keuze van de das ligt gevoelig. Ik vind dat hét symbool bij uitstek van mannelijke elegantie. Thuis heb ik een enorme collectie dassen. Sommige zijn meer dan 50 jaar oud. Ik draag die nog allemaal. Aan elk exemplaar zit een verhaal.'

Waar ook een verhaal aan vastkleeft, is Conte's wijnavontuur. 'Ik had wijngaarden gekocht, waar ik acht jaar geleden zelf druiven op wilde verbouwen. Ik wilde nebbiolo, maar men heeft mij ordinaire cabernet sauvignon verkocht. Van mijn huiswijn is dus niks in huis gekomen. En intussen heb ik mijn wijngaarden weer verkocht.' Zijn passie voor wijn is er niet op achteruitgegaan. 'Ik hou nog steeds van een goeie barbaresco. Normaal gezien wordt die gedronken na vijf jaar rijping. Ik trek de fles al na twee jaar open. Dan is hij nog goed fris en zeker niet te zwaar. Zo'n wijn degusteren met een stukje kaas uit mijn streek erbij: een zaligheid', glundert hij. Aan zijn enorme deukneus te zien, kraakt de crooner regelmatig een flesje.

Via con me (It´s wonderful). Paolo Conte.


Welkom bij Clubs!

Kijk gerust verder op deze club en doe mee.


Of maak zelf een Clubs account aan: