Italiaanse film "La meglio gioventù" duurt 6 uur en 6 minuten !

Geplaatst op maandag 10 november 2003 @ 14:32 , 2355 keer bekeken

Zes uur en zes minuten. Best te consumeren in één marathonzitting met alleen een pauze voor een hapje eten. ,,La meglio gioventù'' is een evenement. Maar het is bovenal een prachtig fresco over een bijzondere generatie in een bijzonder land, Italië, dat zijn publiek diep weet te raken.

Het dikke boek is weer in, maar de "dikke" film doet het ook zeer goed: de grootste hits van de jongste jaren zijn reeksen, met afleveringen die aaneengeregen worden tot een verhaal van epische proporties: The Lord of the rings, Harry Potter, The matrix, Star wars en nu de Italiaanse film La meglio gioventù.
Deze inleiding om het uitzonderlijke te onderstrepen van La meglio gioventù ("de beste jeugd") van Marco Tullio Giordana. Ziehier een regisseur die zijn hele verhaal ten dienste durft te stellen van zijn karakters: de twee broers Nicola en Matteo, hun familie en hun liefdes. Precies zes uur en zes minuten lang word je in hun emoties gezogen alsof het je eigen broers en zussen waren.
La meglio gioventù begint in 1966 en eindigt begin 2003. In die periode zien we de grote momenten uit de recente Italiaanse geschiedenis passeren: de overstroming van Firenze, de studentenbeweging na mei '68, de massale ontslagen bij Fiat, het terrorisme van de Rode Brigades en de aanslagen van de maffia. En overkoepelend: de worsteling van de diep verscheurde Italiaanse maatschappij om tot een modern land te evolueren.
Maar deze historische gebeurtenissen zijn slechts katalysatoren in de roman van een familie. In 1966 zijn Nicola (Luigi Lo Cascio) en Matteo (Alessio Boni) veelbelovende studenten in een Romeins burgergezin. De broers houden van elkaar, maar hebben een verschillend karakter. Dat blijkt onder meer als ze zich willen ontfermen over de mentaal gehandicapte en verwaarloosde Giorgia (Jasmine Trinca). Hun reacties op haar typeren de twee broers: Nicola, de optimist die makkelijk over tegenslagen heenstapt en nieuwe uitdagingen aanpakt, en de broedende Matteo: een held in het diepst van zijn gedachten, maar te zeer in onvrede met zichzelf en de wereld om er iets van te maken. Doorheen vier decennia zullen we hen beter leren kennen, Matteo als politieman en Nicola als psychiater, en met hen hun liefdes en hun vrienden. Vooral Matteo doet soms rationeel onverklaarbare dingen. De regisseur Giordana neemt ons niet bij het handje om het uit te leggen. Mensen handelen zoals ze handelen omdat ze zijn wie ze zijn. Je krijgt daarbij in het echte leven ook geen handleiding. In de meeste films wel: zeker in Amerikaanse films krijg je voor iedere belangrijke handeling van een personage een flardje flashback naar een of ander jeugdtrauma. De puzzel moet kloppen. Giordana maakte een film waarbij die verklaringen veel intuïtiever en dus persoonlijker voor iedere kijker zijn, en daardoor veel rijker.
Oren en ogen worden verwend in deze film. De heerlijke soundtack bevat een thematisch slimme selectie pophits van de jaren zestig tot nu. Giordana filmt klassiek en geeft meer om zijn acteurs dan om filmische hoogstandjes. Maar zijn verhaal voert hem wel naar alle prachtige uithoeken van Italië en zelfs naar de Noordkaap, waardoor La meglio gioventù zonder te forceren ook visueel een erg mooie film wordt.
De vertolkingen zijn over de hele lijn uitmuntend. Acteurs als Luigi Lo Cascio, Alesso Boni en Jasmine Trinca zijn internationaal nobele onbekenden. Ik kan me niet voorstellen dat ze altijd zo goed zijn, dus ook dat is wellicht een pluim op de hoed van acteursregisseur Giordana. La meglio gioventù geeft - net als Respiro en Io non ho paura - opnieuw geloof in de Italiaanse film. Het land van Rossellini, Visconti en Antonioni, waar nu de afgrijselijke Roberto Benigni de scepter zwaait, was daar dringend aan toe. Voor wie weinig vertrouwen heeft in jury's en critici: La meglio gioventù haalde op het festival van Gent ook een van de hoogste scores in de publieksprijs.
Om dit evenement zijn unieke marathon-impact te geven, bekijk je best beide delen in een ruk. Regie: Marco Tullio Giordano.Met Luigi Lo Cascio, Alessio Boni, Sonia Bergamasco, Jasmine Trinca, Adriana Asti. 366 minuten.
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
INTERVIEW: Marco Tullio Giordana over zijn evenement "La meglio gioventù" Marco Tullio Giordana is (nog) geen grote naam in de Italiaanse filmgeschiedenis. Het buitengewone succes van zijn meer dan zes uur durende familiekroniek La meglio gioventù overvalt de bescheiden en minzame Italiaan. ,,Dat mensen in vreemde landen zich laten ontroeren door mijn Italiaanse personages, dat verwondert en vlijt me.'' In een wereld met zo veel gebakken lucht en capsones, is het een verademing te praten met een cineast als Marco Tullio Giordana. Twee romans heeft hij op zijn naam, de regie van diverse opera's waaronder Donizetti's L'elisir d'amore en een hele reeks films, waarvan de meeste voor televisie. Belgen kunnen hem alleen kennen van Pasolini, morte d'un poeta (1995), zijn ode aan zijn idool, of de speelfilm I cento passi (2000). In een hotel in hartje Rome trekt hij met de glimlach een dik uur uit voor een interview. Hij is enthousiast dat La meglio gioventù zo enthousiast werd ontvangen in België. Het lijkt alsof ook ons land gaat vallen voor de meeslepende emotionele familiekroniek over twee Italianse broers en hun families, tegen de achtergrond van veertig jaar recente Italiaanse geschiedenis. - Al greep u naast de overwinning op het festival van Gent. Juryvoorzitster Jeanne Moreau wilde geen prijs geven aan ,,een tv-film''. De film is inderdaad opgevat en gemaakt voor de tv. Toen ik hem draaide, was er geen haar op mijn hoofd dat eraan dacht dat hij ooit in de bioscoop zou komen. Het maakte mij ook niet zo veel uit. Ik draai al twintig jaar films zonder er rekening mee te houden of ze voor tv of bioscoop bedoeld zijn. Het verandert nauwelijks iets aan mijn methode. Omdat het aanvankelijk de bedoeling was La meglio gioventù in vier episodes op televisie uit te zenden, heb ik vier generieken gemaakt met historische beelden, die - begeleid door een legendarische en toepasselijke popsong - telkens als introductie voor het volgende decennium dienden. Maar dat was mijn enige toegeving aan het medium televisie. Film is film, punt. - Er is visueel doorgaans toch een groot verschil tussen tv-film en bioscoopfilm? Ja, maar dat is conventie, geen noodzaak. Meestal staat cinema voor een zoektocht, en tv voor het stereotype, omdat in het ene meer geld en energie wordt gestopt dan in het andere. Maar voor La meglio gioventù gaf de televisie mij carte blanche. Ik heb vanaf het begin duidelijk gemaakt dat ik geen banale soepserie ging draaien. Ze hebben het licht op groen gezet, zonder er echt in te geloven. Sterker zelfs: mijn film stond als tv-reeks geprogrammeerd om te worden uitgezonden in februari, en de tv-directie heeft hem afgevoerd. Ze vonden hem ,,te aristocratisch voor het Italiaanse volk'', zeker nu de oorlog tussen de diverse zenders weer zo hevig oplaait in Italië. De strategen van de zenders blijven er rotsvast van overtuigd dat kwaliteit het in de kijkcijfers zal moeten afleggen tegen dom vermaak. Wij dus in zak en as, maar toen toonde de producent de film aan het selectiecomité van het filmfestival van Cannes en dat reageerde razend enthousiast. De rest is geschiedenis. We wonnen de competitie ,,Un certain regard'', beslisten de film in de bioscoop uit te brengen en trokken volle zalen. Eerst in Italië, later ook in Frankrijk. Ik heb nauwelijks wijzigingen aangebracht voor de bioscoopversie: er zit alleen wat minder muziek in. Als je hetzelfde materiaal ziet in vier stukken met een week ertussen, stoort het niet dat hetzelfde muzikale thema geregeld terugkeert. Tijdens zo'n marathonzitting zou je je daaraan kunnen gaan ergeren. Maar ik praat nu over details: in wezen is het nog steeds dezelfde film. - 350.000 toeschouwers in Italië voor een ,,moeilijke'' film van meer dan zes uur, dat is kras. Inderdaad, en in de zomer dan nog. Het uitzonderlijk van de lengte bepaalde ook mee de charme van de film. De nieuwsgierigheid zou uiteraard niet gewekt zijn als de mondreclame niet zo gunstig geweest was. Mensen gaan hun broek niet verslijten voor een slechte film. Maar ik ben zeker geholpen door de evenement-achtige kant van de film: het was zoals met een concert van een grote rockster, dat ,,jij gaat toch ook?''-gevoelen. Je zou ook een cd kunnen opleggen, maar dat is hetzelfde niet. - De duur is meer dan een gimmick. Door de lengte overwint u de handicap dat film te veel moet zeggen in te weinig tijd, en daardoor onvermijdelijk wat oppervlakkiger wordt. Dat formaat van zes uur gaf ons inderdaad de kans om het verhaal de uitstraling van een klassieke roman mee te geven. Dat is op twee uur onmogelijk, dus voor een film van gewone duur moet je voortdurend synthetiseren. Op zes uur kun je nog eens echt vertellen, zoals in een sprookje. Waarom houden kinderen van sprookjes? Omdat het een rite is, het mag al eens in herhaling vallen, maar de toehoorder laat zich er helemaal in opzuigen. Een gewone film is zoals een foto, een goede film van zes uur kan als een radiografie zijn: je penetreert meer in de personages, in plaats van louter hun uiterlijk te laten zien. Ik hoop dat de kijker in de levens van Nicola, Matteo en de anderen getrokken worden. Dat ze op de duur een beetje hen worden. Daarom verbaast het succes in het buitenland _ eerst Frankrijk, nu de VS en Canada en België _ me zo sterk. Kennelijk zijn mensen toch universeel, delen ze dezelfde gevoelens van hoop, liefde, angst,... Wat natuurlijk helpt, is dat de film niet als onderwerp ,,de geschiedenis van Italië'' heeft. Deze film gaat over het verstrijken van de tijd, een beetje zoals bij Proust. (zichzelf onderbrekend) Ik zal maar zwijgen, ik ben aan het opscheppen. (glimlacht) - Wat fascineert, is dat Matteo en Nicola uit hetzelfde nest komen en toch zo verschillen. Het zijn veelbelovende jongeren, voorbestemd om grote intellectuelen te worden. Maar de ene heeft het talent om een relatie met de wereld aan te gaan, terwijl de andere zichzelf het geluk niet schijn te gunnen. En dat gaat het lot van die twee jongeren fundamenteel uit elkaar doen lopen. Moeilijk te zeggen hoe dat komt: is het lot, is het toeval? Het geheim van de jeugd is hoeveel wegen je kunt inslaan. Denk zelf eens terug aan je vrienden uit je adolescentenjaren: waarschijnlijk zijn het twintig jaar later zéér verschillende mensen geworden. Terwijl dat toen niet te voorspellen was. - Ik identificeer mezelf meer met Nicola, maar ik kan me voorstellen dat ik onder andere omstandigheden een Matteo had kunnen worden. Dat gevoelen hebben, hopelijk, veel mensen die naar de film kijken. Het betekent dat je met veel, misschien wel met alle personages kunt meeleven. Omdat de omstandigheden een mens fundamenteel kunnen veranderen. Daarom is wat er gebeurt ook constant verrassend. Toen ik het scenario van Sandro Petraglia en Stefano Rulli las, dacht ik meteen: dit is het basismateriaal voor een soap, maar de uitwerking is zo fris en wars van stereotypen, dit is gouden materiaal. Vooral Matteo is een buitengewoon mooi personage, vind ik. Hij is geen fascist, hij gaat in het leger en bij de politie omdat hij orde nodig heeft voor zichzelf: hij kan chaos en keuze niet aan, het maakt hem bang in plaats van hem vleugels te geven zoals zijn broer. Een man met zo veel mogelijkheden als Matteo _ verstandig, sterk, mooi, capabel _ die zijn eigen mogelijkheden niet aankan, dat is ontroerend. Ik vond dat bijzonder mooi en origineel in het scenario. De typische film-Italiaan is altijd de extraverte man van de wereld geweest _ type Vittorio Gassman, Alberto Sordi, Marcello Mastroianni. Nicola is ook een beetje zo, kijk naar zijn gemakkelijke omgang met de vrouwen. Maar Matteo belichaamt een andere Italiaanse man: één met twijfels en angsten, en dat is nieuw in film. Ook al ziet hij er bijzonder goed uit, voor mij belichaamt hij ernst en ascese: in plaats van agent had hij ook priester kunnen worden. - Vrijwel alle personages in de film hebben de neiging zich voor iets of iemand op te offeren. Dat is een kwaliteit die eigen is aan die generatie. Het is ook de reden waarom zo velen zich verbrand hebben. Wie geluk heeft, vindt een bedding voor zijn innerlijke drang in zijn gezin of in zijn beroep. Maar anderen slagen daar niet in, en worden terrorist of beroven zich van het leven. - Waarom begint het verhaal in 1966? Om te tonen dat er nog iets was vóór mei `68. Vooral de overstroming van de binnenstad van Firenze in 1966 was een sleutelmoment voor mijn generatie. Zonder elkaar te kennen, hebben de beide scenaristen Sandro Petraglio en Stefano Rulli én ikzelf toen meegeholpen aan precies wat er in de film te zien is: oude boeken uit de musea redden, die dreigden te vergaan door het water. Daar waren Duitsers, Amerikanen, Italianen, een hele generatie leerde daar iets nieuws kennen: een soort generositeit voor een hoger doel, het was heel mooi. Pas daarna hebben de politieke -ismen de bovenhand gekregen. Ik zie met genoegen dat de jongeren van vandaag dat genereuze gevoelen een beetje schijnen terug te vinden. Daarom denk ik niet dat Berlusconi het nog lang uitzingt in Italië. - Van Berlusconi gesproken: alle grote momenten uit de Italiaanse geschiedenis tussen 1966 en 2003 komen aan bod in de film, maar van Berlusconi geen woord. Omdat hij zo machtig is bij de Italiaanse televisie? Nee, omdat hij me niet interesseert. Mijn film gaat niet over politiek gaat, er zitten alleen politieke mythen in: Aldo Moro en Giovanni Falcone zijn nationale mythen geworden. Het is een beetje te vroeg en een beetje te veel eer om over die meneer te spreken als een mythe. En ik denk niet dat hij het lang genoeg zal uithouden om er één te worden. Toen ik jong was, vond ik de politici van de dag heel belangrijk. Daarvan ben ik genezen: als ik nu een krant lees, ga ik naar de buitenland- of cultuurpagina's. Ik ben te oud geworden om nog te geloven in het belang van de waan van de dag. Dus Berlusconi: voor de jongeren van nu is hij misschien belangrijk, voor mijn film vond ik hem verwaarloosbaar. Als je een Italiaan wil begrijpen, kijk dan naar zijn cultuur en zijn familie. De politiek is van ondergeschikte orde. - Wat ik aan uw verhaalstijl waardeer, is dat u niet voortdurend voor alles verklaringen loopt in te lepelen. Uitleggen is niet de taak van cineasten, maar van wetenschappers. Film gaat niet over het waarom, maar over het hoe. Niet over het uitleggen, maar over het tonen. Acteurs vragen me vaak: waarom doet mijn personage dit of dat? Dan antwoord ik: dat weet ik niet. Maar ken je zelf geen mensen die zo zijn, en heb je al eens bestudeerd hoe die doen wat ze doen? Wel, doe zoals hen en wórd je personage in plaats van het uit te leggen. Iedere kijker heeft zijn verklaring in zijn eigen leven. De verklaring inlepelen reduceert de ervaring van het film kijken. - Daarom spelen uw acteurs fantastisch, en u gunt hen de schijnwerpers. Van alle grote Italiaanse cineasten hou ik het meest van Vittorio de Sicca, wegens de manier waarop hij omging met zijn acteurs. Met alle respect voor meer ,,visuele'' cineasten, maar waar wacht het publiek op? Als je aan Casablanca denkt, denk je toch niet aan die schitterende camerabeweging, maar aan Ingrid Bergman en Humphrey Bogart? De regisseur die die les vergeet, is onbescheiden.
Bron: Steven De Foer © De Standaard, 5/11/2003.


Welkom bij Clubs!

Kijk gerust verder op deze club en doe mee.


Of maak zelf een Clubs account aan: