Een stad schrijven : het Ferrara van Giorgio Bassani

Geplaatst op zaterdag 07 februari 2004 @ 23:31 , 1112 keer bekeken

In het oeuvre van de Italiaans-joodse auteur Giorgio Bassani (1916-2000) staat de stad Ferrara centraal. Niet het glorierijke Ferrara van de Renaissance, maar het wat slaperige provinciestadje uit de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw, waar het vreedzame samenleven van de verschillende bevolkingsgroepen langzaam wordt aangetast door het fascisme. GEHAASTE Italië-reizigers zijn veelal geneigd om de ,,saaie'' Po-vlakte over te slaan: het ware Italië begint voor hen ergens ter hoogte van Bologna, bij de eerste hellingen van de Apennijnen. Ze missen dan wel een van de meest fascinerende Italiaanse steden: Ferrara, ooit de zetel van het schitterendste vorstenhof van de Renaissance en voor Jacob Burckhardt de eerste ,,moderne'' stad van Europa, omdat ze grotendeels door de architect Biagio Rossetti werd ontworpen volgens de renaissancistische normen van rechtlijnigheid en overzichtelijkheid. Nu is het een wat ingedommelde provinciestad, die nog steeds niet is uitgebroken uit de massieve bakstenen wallen waarmee diezelfde Biagio Rossetti haar aan het eind van de vijftiende eeuw heeft omgeven. In een verlaten uithoek, te midden van wijngaardjes en moestuinen - je zou nooit vermoeden dat je je nog steeds ,,binnen de muren'' bevindt - ligt de verrassend uitgestrekte joodse begraafplaats. Je moet bij de poort aanbellen, je krijgt een keppeltje aangereikt en daarna is de kans groot dat je heel alleen, met als enig achtergrondgeluid het gesjirp van de krekels in de bomen, kunt zwerven langs de soms eeuwenoude grafstenen met een enkele keer Hebreeuwse, maar meestal Italiaanse opschriften. Wie Ferrara zou aandoen uit liefde voor het werk van Giorgio Bassani (1916-2000) moet zijn bezoek misschien maar hier beginnen. Niet alleen ligt de schrijver er begraven, de wandelaar zal er voortdurend namen ontmoeten die hij herkent uit Het verhaal van Ferrara: Finzi's, Contini's, Fadigati's en verscheidene Bassani's. Giorgio Bassani is afkomstig uit de sinds verscheidene eeuwen in Ferrara aanwezige joodse gemeenschap, die voor de Tweede Wereldoorlog voornamelijk uit welgestelde burgers bestond (Bassani's vader was chirurg) en die volledig in het stedelijke leven was geïntegreerd: slechts hun godsdienst was verschillend van die van de andere Ferrarezen. Niet weinigen onder die joden - advocaten, grootgrondbezitters, medici - waren vanaf het begin aanhangers en soms zelfs militanten van het fascisme, en het was voor hen dan ook een pijnlijk ontwaken om in de tweede helft van de jaren dertig de eerste tekenen van rassendiscriminatie te ervaren. Dat waren ook de jaren waarin Bassani als prille twintiger na een zorgeloze jeugd voor een aantal fundamentele keuzes in zijn leven werd geplaatst. Hij besloot een veelbelovende carrière als concertpianist op te geven, onder te duiken en zich - als hij de oorlog zou overleven - uitsluitend aan de literatuur te wijden. Misschien is het nuttig om op dit punt een wijdverbreid misverstand uit de wereld te helpen. In tegenstelling tot het Duitse nationaal-socialisme, waarvoor het racisme van meet af aan een van de kernpunten van zijn ideologie was, is er in de eerste vijftien jaar van het Italiaanse fascisme geen spoor van een racistische of anti-semitische houding terug te vinden. Mussolini's minnares uit de jaren twintig, Margherita Sarfatti, de inspiratrice van de hele fascistische cultuurpolitiek, was een Venetiaanse jodin, en tot aan de Abessijnse oorlog in 1935 bekleedden joodse generaals hoge posities in het Italiaanse leger. Indien er in Italië al anti-semitisme bestond, was dat ingeblazen door de katholieke kerk, meer bepaald door de jezuïeten, die al vanaf het einde van de negentiende eeuw in hun publicaties stookten tegen de aanwezigheid van ,,godsmoordenaars'' op Italiaanse bodem. Pas in de tweede helft van de jaren dertig, wanneer Mussolini alsmaar meer een slaafse imitator van Hitler wordt, steekt ook binnen het Italiaanse fascisme het anti-semitisme de kop op. In 1938 worden de eerste rassenwetten uitgevaardigd, die stap voor stap het joodse volksdeel van de rest van de Italiaanse bevolking isoleren. HET Ferrara waarvan Bassani de roman schrijft, is niet het glorieuze Ferrara van de Renaissance: dat is hooguit aanwezig als achtergrond, in de vorm van het enorme kasteel van de Este's, dat nog steeds het middelpunt van de stad vormt (en dat in de novelle Een nacht in '43 het zwijgende decor vormt van een gruwelijke represaille door fascistisch rapaille). Het Ferrara van Bassani is de wat slaperige provinciestad van de jaren dertig en veertig, waarin het gezapige samenleven - of misschien veeleer naast elkaar leven - van de verschillende sociale klassen en bevolkingsgroepen langzaam, nauwelijks merkbaar soms, begint te desintegreren. Het is het verhaal van een stad die door een sluipend gif wordt aangetast. "Het verhaal van Ferrara" - een bundeling novellen, kortere en langere romans en memoire-achtige essays, waarin bepaalde personages nu eens een hoofdrol en dan weer een onooglijk bijrolletje vervullen - is niet als één boek geconcipieerd. Het is als een druipsteen gegroeid, met concreties die zich telkens op de vorige laag afzetten. Na een bundel lyrische prozaschetsen, "Città in pianura" (,,Stad in de vlakte'') die hij in 1940 vanwege het publicatieverbod voor joden onder het pseudoniem Giacomo Marchi in het licht geeft, en die Ferrara als decor heeft, verdwijnt Bassani in de clandestiniteit en het ondergrondse verzet. In mei 1943 wordt hij als anti-fascist gearresteerd zonder dat ooit zijn ware - joodse - identiteit aan het licht komt, maar op 26 juli, de dag nadat Mussolini door zijn eigen "Grote Raad van het Fascisme" is afgezet, wordt hij vrijgelaten, waarna hij onmiddellijk weer onderduikt (zijn vader, en de meeste van zijn ooms en tantes, zullen na de daaropvolgende Duitse bezetting van Italië worden weggevoerd en nooit terugkomen). Pas vanaf 1953 begint hij, na een paar dichtbundels, opnieuw verhalend proza te publiceren in tijdschriften: de vijf novellen die later onder de titel "Binnen de muren" het eerste deel van "Het verhaal van Ferrara" zullen vormen. Vijf episodes uit het schijnbaar alledaagse, in feite door fascisme en oorlog grondig ontwrichte leven in Ferrara, beschreven in een ingehouden, afstandelijke stijl. Slechts in de allerlaatste bladzijden van zijn uiteindelijke opus ("Daar, aan het eind van de gang") licht Bassani een tipje van de sluier op over de ontstaansgeschiedenis van het boek: ,,Nee, de spreekwoordelijke gave' heb ik helaas nooit gehad. Nog steeds struikel ik over ieder woord, halverwege elke zin dreig ik de kluts kwijt te raken. Ik schrijf, streep door, herschrijf, streep weer door. Tot in het oneindige. "Over de novelle Lida Mantovani", waarmee het boek begint, goed dertig pagina's, heeft hij naar eigen zeggen bijna twintig jaar gedaan. En in de laatste jaren van zijn lange leven heeft hij zijn hele oeuvre - verhalend proza, poëzie, essays - nog eens helemaal overgedaan: schrappend, polijstend. Het levert in een schrijversbestaan van meer dan zestig jaar drie boeken op - één ,,roman'', één dichtbundel, één essaybundel, al de rest mag niet worden herdrukt - die samen niet veel meer dan duizend bladzijden beslaan, maar waarin niet één woord toevallig is. WAAR in de eerste novellen de schrijver slechts als toeschouwer in de tekst aanwezig is (,,om mezelf te behoeden voor een al te grote emotionele betrokkenheid''), beseft hij vanaf het tweede deel ("De gouden bril") dat de stad die hij sindsdien verlaten heeft alleen maar méér kan blijven dan een aandenken op voorwaarde dat hij zichzelf erbij betrekt, dat hij ,,eindelijk ik' durft te zeggen''. In "De tuin van de Finzi-Contini's", de magistrale roman die in alle opzichten de spil van "Het verhaal van Ferrara" vormt, wordt alles dan ook beschreven vanuit de subjectieve herinnering van de schrijver, en tegelijk vanuit de overtuiging dat het opschrijven van die herinnering een manier is om inzicht te verwerven in een realiteit die ,,het hart wel aanvoelt, maar niet kan kennen''. De roman vertelt de geschiedenis van de rijke, gecultiveerde joods-Ferrarese familie Finzi-Contini, de aanvankelijk voor de verteller onbereikbare villa met de paradijselijke tuin eromheen, zijn verliefdheid op de dochter Micòl, haar uiteindelijke afwijzing van zijn toenaderingspogingen, en ten slotte het verdwijnen van dit alles - familie, huis, tuin - door de oorlog. Met zijn zeer persoonlijke opbouw - nu eens vertragend, dan weer versnellend, met hiaten die de verbeelding van de lezer alle ruimte laten - vormt dit relaas niet zozeer een autobiografie als wel een boek tegen het vergeten, tegen het collectieve geheugenverlies (na de oorlog, wanneer het leven weer zijn gewone gangetje herneemt, blijkt niemand ooit fascist te zijn geweest, niemand collaborateur, niemand verrader), tegen het verdringen van de herinnering. Het heeft Bassani niet altijd meegezeten met de receptie van zijn werk. In de jaren zestig werd hij door de ,,neoavant-gardisten'' die toen het literaire debat in Italië beheersten, in de vuilnisbak van het zogezegd achterhaalde en traditionalistische ,,neorealisme'' gekieperd (hoewel je stekeblind moet zijn om het zeer persoonlijke en ook vormelijk vernieuwende van zijn proza niet te zien). De laatste jaren voor zijn dood waren bitter: nadat hij met een jongere vrouw was gaan samenleven, werd hij door zijn eigen kinderen voor de rechtbank gesleept in een poging hem dement te laten verklaren. Wie "Het verhaal van Ferrara" leest, in de mooie vertaling waarvoor de pas overleden Tineke van Dijk vorig jaar met de Nijhoffprijs werd bekroond, zal denkelijk tot de vaststelling komen dat hij hier te maken heeft met een heel grote meneer van de twintigste-eeuwse Europese literatuur. Alleen jammer dat de uitgever, met een banale commerciële truc, de herdruk van dit oorspronkelijk in 1998 verschenen boek heeft uitgebracht onder de bedrieglijke titel "Verzameld werk". Alsof Bassani niet ook een (nooit in het Nederlands vertaald) dichter en essayist was. De romancier, dichter, essayist en uitgever Giorgio Bassani (1916-2000) stamde uit een welgestelde joods-Italiaanse familie uit Ferrara. Zijn magnum opus, "Het verhaal van Ferrara", is een bundeling novellen, romans en essays waarin hij het leven beschrijft onder het fascisme in het Ferrara van de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw. Bassani's oeuvre werd meermaals bekroond. Bron: Frans Denissen, De Standaard, 05/02/2004


Welkom bij Clubs!

Kijk gerust verder op deze club en doe mee.


Of maak zelf een Clubs account aan: