Geplaatst op vrijdag 10 mei 2013 @ 16:43 , 2408 keer bekeken
Op Sardinië en Sicilië na, zijn de meeste Italiaanse eilanden tamelijk onbekend bij het grote publiek. Jammer, want ze behoren tot het mooiste wat Italië te bieden heeft. Pareltjes, die iedere Italië-liefhebber een keer gezien zou moeten hebben.
Sicilië, berucht om zijn maffiosi, is het grootste van de Italiaanse eilanden. De fijnproevers onder ons zullen zich hier thuis voelen omdat alle ingrediënten hier kakelvers te verkrijgen zijn. Sicilië is bovendien de belangrijkste wijnstreek van Italië zodat ook iedereen die van wijn houdt zich hier zeker niet zal vervelen.
Ook aan bezienswaardigheden is er geen gebrek. Schilderachtige dorpjes, mooie wandelpaden en natuurlijk: de Etna. Deze vulkaan, die nog altijd actief is, is een bezoekje meer dan waard. Al was het maar om de prachtige legendes die erover geschreven zijn. Zoals het verhaal dat de uitbarstingen veroorzaakt worden door Hephaistos, een zoon van Zeus, die binnen in de Etna een smederij heeft.
Ook het prachtige Syracusa kent veel schatten uit de Oudheid. Hier staan: het belangrijkste Griekse theater uit die tijd, het Altaar van Zeus waar jaarlijks 450 stieren werden geofferd, en een Romeins theater, waar gladiatoren hun levensgevaarlijke shows opvoerden.
Er is op Sicilië zoveel te doen dat het onmogelijk is het hier allemaal op te noemen, je zal toch echt zelf moeten gaan kijken.
Sardinië heeft al net zo’n roemruchtig verleden als Sicilië. Ook hier wisselen de cultuurschatten zich af met culinaire hoogtepunten en natuurschoon. Het is hier echter rustiger dan op Sicilië. Bovendien heeft het fascinerende kuststroken en ben je overal in geen tijd in het groene, en nog ongerepte platteland, te midden van een heuvellandschap met karakteristieke romaanse kerkjes en pittoreske dorpjes.
De geschiedenis van het eiland is rijk. Vele verschillende volkeren maakten hier de dienst uit. Al in de prehistorie liepen hier stammen rond en zij werden achtereenvolgens opgevolgd door: de Phoeniciërs, de Carthagers, de Romeinen, de Vandalen, de Byzantijnen en de Saracenen. En al deze volkeren lieten hun sporen na op Sardinië.
In Sardinië kan het allemaal: de natuur in, op Capo Caccia de zon in de zee zien zakken, luieren aan het strand, verdwalen in de wirwar van straatjes in Middeleeuwse steden als Bosa, historische bouwwerken bezichtigen of je culinair laten verwennen in één van de vele restaurantjes.
Procida is één van de Italiaanse eilanden in de Golf van Napels, waarvan keizers Augustus en Tiberius de betovering al niet konden weerstaan. Procida is klein en rustig: nauwelijks verkeer en weinig toerisme. Je kan hier genieten van fantastische uitzichten, wandelen door de vele kleine straatjes of via een brug naar het onbewoonde eiland Vivara gaan, waar de natuur oogverblindend is. Ook de havenplaats van Procida met zijn schitterende gekleurde huisjes en de elfde eeuwse abdij zijn zeer de moeite waard.
Dit Italiaanse eiland is sinds de Romeinse tijd een druk bezocht kuuroord. De vulkanische modder en thermale bronnen, aangevuld met allerlei massagetechnieken, verzachten zo’n beetje iedere kwaal die je maar kan bedenken.
Er is hier verder ontzettend veel te zien. Afwisselende landschappen, fraaie haventjes en een indrukwekkende burcht, de Castello Aragonese waar Michelangelo nog een affaire zou hebben gehad. En niet te vergeten La Mortell: een componistentuin waar een samenspel van klanken, kleuren en geuren iedere bezoeker betovert.
Capri is bezaaid met natuurattracties. Kenmerkend zijn de ‘Faraglioni’, drie imposante rotsen die uit de diepte van de zee omhoog reizen en waar een zeldzame blauwe hagedis woont. Maar er is meer: de magische Blauwe Grot, groene boomgaarden, de geur van kruiden, de witte en pastelkleurige Capriaanse huisjes, de tuinen van Augustus, de Matermania-grot, het natuurlijke gewelf en een kartuizerklooster uit de 14e eeuw. En, aan de zuidkust kan je proberen of je de Sirenen waardoor Odysseus zich liet verleiden, kunt horen.
Capri (photo credit)
Ooit, lang geleden vielen zeven edelstenen van de halsketting van Venus in de Tyrrheense Zee; dit werden de eilanden van de Toscaanse Archipel. Elba is het grootste; bekend omdat het Napoleons eerste ballingsoord was. Hier heb je witte zandstrandjes, een kristalheldere zee, wijnvelden, eeuwenoude muilezelpaden, ondoordringbare bossen en ruige bergkammen. En op de hellingen van Monte Capanna kan je in Marciana, een nederzetting uit de Romeinse tijd, verdwalen in een labyrint van smalle straatje, pleintjes en trappetjes en genieten van al het goede van het leven.
Op dit eiland dumpten de Oude Grieken 6000 muitende soldaten die, wegens gebrek aan voeding, allemaal stierven. Ook Mussolini stuurde zijn politieke tegenstanders hier graag naar toe, ontsnappen is onmogelijk.
Nu gaan vele toeristen er vrijwillig naartoe. Dit omdat het een geweldige plek voor duikers is. Het water is zo helder dat je tot 15 meter ver de grote variatie aan vissen en koralen kunt zien. Bijzonder is verder het dorp Ustica, waar veel huizen, als gevolg van een tweejaarlijkse frescowedstrijd, prachtig zijn beschilderd.
Dit piepkleine Italiaanse eiland heeft geen stranden of baaien, maar wel fraaie vergezichten en natuurlijke warmwaterbronnen, modderbaden en sauna’s. Verder kan je hier duiken, wandelen over de Montagna Grande of de Monte Gibele of, in de vele restaurantjes die het eiland telt, onder de mediterrane zon genieten van de lokale wijn. De specialiteit zijn echter de kappertjes. Deze ‘kleine augurkjes’ hebben hier door de vulkanische aarde een ongekend eigen smaak.
Dit Italiaanse eiland staat op de lijst van UNESCO Werelderfgoed, wat veel te maken heeft met het Coniglio Beach (konijnenstrand) dat volgens velen één van de mooiste stranden ter wereld is. Bovendien is dit strand, ondanks dat het hier in de zomer aardig druk kan worden, de natuurlijke broedplaats van de Caretta-Caretta zeeschildpad.
Lampedusa (photo credit)
Deze zeven Italiaanse eilanden zijn allen vulkanisch maar toch allemaal heel verschillend. Vulcano is een druk pruttelende vulkaan die evenwel niet meer uitbarst. En aan zijn voet liggen de warme vulkanische modderbaden. Lipari kent goede restaurants en een winkelstraat. Salina is het vruchtbare eiland met vele wijngaarden en weinig toerisme. In Panarea komt de jetset. Op de eilandjes Alicudi en Filicudi is weinig anders te doen dan wat luieren of zwemmen in zee. Het bekendste eiland is Stromboli, waarop je één van de actiefste vulkanen (samen met de Etna) ter wereld aantreft. Ervaren wandelaars kunnen hier naar boven klauteren om de spectaculaire lava-show te aanschouwen. Na een hoop kabaal spuugt de krater hier steeds gloeiende lavabrokken hoog de lucht die daarna sissend en dampend de zee inrollen.
Een groep kleine bergachtige Italiaanse eilanden met een gezamenlijke oppervlakte van 37,45 km². De grootste zijn: Favignana, Levanzo en Marettimo. Op Levanzo kan je de unieke rotstekeningen uit het Neolithicum en het Paleolithicum bezichtigen. Levanzo kent mooie stranden, barretjes en is beroemd vanwege de Mattanza: de traditionele vangst en slacht van tonijn. Marettimo is een bergachtig eiland dat vooral geliefd is bij trekkers. Dit natuurpark is autoloos maar te voet kan je via de wandelpaden echt overal komen.
Lees meer: http://www.ditisitalie.nl/vakantie-en-reizen/italiaanse-eilanden/#ixzz2StuYvvvT
Welkom bij Clubs!
Kijk gerust verder op deze club en doe mee.
Of maak zelf een Clubs account aan: