De rauwe schoonheid van Genua
Met een flinke plens gooit een oud dametje een emmer water leeg op de ongelijke bestrating voor haar huis. De zon, die net opkomt en voorzichtig de straat in schijnt, geeft de natte stenen een gouden gloed. De nacht maakt plaats voor een nieuwe dag in Genua. We hebben de brede wegen met de statige palazzi achter ons gelaten en zijn afgedaald in de schilderachtige steegjes, de zogeheten vicoli in het middeleeuwse centrum van Genua, waar auto’s niet in kunnen rijden en waar je op veel plekken met uitgestrekte armen aan beide kanten de muur kunt raken.
Het hele jaar door is het weer in Genua zacht en bijzonder zonnig, ook vandaag. De strakblauwe lucht met de felle zon verandert in een dunne streep boven
ons, als we in de nauwe, vaak donkere en heerlijk koele straatjes rondlopen. Onze zonnebrillen kunnen wel af. Een plattegrond is niet nodig. Sommige steegjes zijn zo klein dat ze er niet eens op genoemd worden en je zou eerder met dan zonder kaart de weg kwijtraken. Bovendien is de verrassing des te groter als een donker straatje uitkomt op een zonnig pleintje met terrasjes.
Tot het
begin van dit millennium werd een groot gedeelte van deze steegjes nog als achterbuurt gezien, vertelt Federico, die ons de eerste cappuccino van de dag serveert op het kleine terrasje van de prachtige klassieke Bar degli Specchi (de ‘spiegelbar’), op de grens van het statige Palazzo Ducale aan de Piazza Matteotti
en de vicoli. Als vrouw moest je het uit je hoofd laten om
hier na zonsondergang alleen rond te lopen. Maar de tijden zijn veranderd en inmiddels is het een walhalla van bijzondere restaurantjes en winkels, al is de rauwheid gebleven. ‘E meno male!’ zegt Federico, ‘Gelukkig maar!’
Wereldberoemde zeereizigerGenua is nog steeds de grootste haven van Italië. De sfeer die een havenstad kenmerkt hangt hier dan ook duidelijk. ’s Werelds beroemdste zeereiziger, Christoffel Columbus, werd hier in de 15de eeuw geboren en het bescheiden huisje waar hij opgroeide als zoon van een wolwever is zeker een bezoekje waard. Na de val van het Romeinse Rijk werd Genua dankzij de handel met het Verre Oosten een van de rijkste steden van Italië. Die rijkdom is terug te zien in de vele prachtige palazzi die Genua rijk is. Vroeger waren deze paleizen het domein van de rijken en de adel, tegenwoordig worden ze gebruikt als kantoor, bank of museum. Juist de combinatie van die imposante palazzi en de wirwar van nauwe volksstraatjes maken Genua zo fascinerend.
Volmaakte liefde
De namen van de vicoli herinneren aan de vele legendes van de havenstad, waar veelvuldig afscheid moest worden genomen. Anders dan de naam Vico dell’Amor Perfetto (‘steegje van de volmaakte liefde’) misschien doet vermoeden, verwijst de naam naar een tragisch liefdesverhaal. In de 16de eeuw ging de Franse koning Lodewijk XII naar Genua. Tijdens dit bezoek kwam hij de mooie Tommasina tegen en het was liefde op het eerste gezicht. De twee brachten de gehele avond dansend door en wierpen elkaar verlangende blikken toe. Meer niet, want de volgende dag moest de koning vroeg vertrekken. Tommasina werd verscheurd door verdriet en bleef vanaf dat moment in haar kamer. Jaren verstreken en Tommasina weigerde de hoop op de terugkeer van haar liefde te laten varen. Op een dag besloot haar familie dat het zo niet langer kon. Ze verzonnen dat de koning op zee was overleden. Tommasina schrok zo van dit nieuws dat zij acuut aan een hartstilstand stierf. Toen de Franse koning weer terugkeerde in Genua en het tragische nieuws hoorde, ging hij onder haar raam staan en sprak hij de volgende woorden: ‘Het had een amore perfetto kunnen zijn....’
Met Tommasina en Lodewijk nog in onze gedachten verlaten we Vico dell’Amor Perfetto en gaan door Via S. Bernardo naar het Piazzetta delle Erbe, een pleintje
dat één groot terras is geworden waar mensen van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat genieten van een drankje, de één op meer verantwoorde wijze dan de ander. Onze serveerster vertelt lachend dat een aantal vaste klanten al bij het ochtendgloren begint. Dan bestellen ze un cappuccino senza schiuma (een cappuccino zonder schuim), en daarmee wordt niets minder dan een wodka-soda bedoeld. Het zijn juist deze taferelen die Genua zo bijzon-der maken.
Grote schoonmaak
Doordat iedereen zo dicht op elkaar woont en veel van het sociale leven zich buiten op straat afspeelt, lijkt dit gedeelte van de stad op een dorp. De meeste inwoners wonen er al hun hele leven en kennen iedereen bij naam, of in ieder geval bij hun bijnaam. Ze hebben de buurt de afgelopen tien jaar enorm zien veranderen. De gemeente keek machteloos toe hoe in een groot gedeelte van de steegjes ieder gezag ontbrak. Juist door de onmogelijkheid voor auto’s om erdoorheen te rijden, waren dit vrijplaatsen voor drugdealers, overvallers en vechtersbazen. Het bijzondere is dat de grote schoonmaak door de inwoners zelf is gedaan. De gemeente werd soepeler met vergunningen voor restaurants en die zorgden voor sociale controle. Een mooi voorbeeld is de minuscule Piazza San Cosimo. Door de komst van een restaurantje en een bar die de ruimte vullen met hun houten tafels en door de vele bezoekers die zich nu op de trappen van het kleine kerkje neervlijen, heeft het nu iets weg van een huiskamer. Antonio Buccinà is de trotse eigenaar die tien jaar geleden de strijd aanging met de zwervers die dit pleintje als hun huis zagen. ‘Toen we hier kwamen dachten zij dat we snel genoeg de tafels weer weg zouden halen, maar de klanten en ook de bewoners hielden vol. Zij hebben er uiteindelijk voor gezorgd dat de zwervers hun heil elders zochten.’ Ook de bar aan hetzelfde pleintje, de Zaccaria, is van hem. Hier krijgen we bij een aperitivo een rijk gevuld bord met crostini, salami en formaggi. Het publiek is gevarieerd: jong en oud, creatief en kantoorpak zit hier gemoedelijk door elkaar. Antonio vertelt trots dat het geen toeval is dat wij ons hier thuis voelen.
Hij heeft een tijd in Nederland gewoond en raakte verliefd op de typische bruine kroegen met hun gedempte verlichting. ‘In Italië hebben we wat dat betreft nog veel te leren. Met die warmte in mijn hoofd heb ik deze bar gemaakt. Uiteraard all’italiana – geen bier met bitterballen, maar cocktails en wijnen met Italiaanse lekkernijen.’
En lekkernijen zijn er in Genua genoeg. Zoals de groene pesto alla genovese, die hier wordt gegeten met sperziebonen en aardappel door de pasta. Ook de lokale favoriet pansotti al sugo di noci (gevulde pasta met walnotenroomsaus) is absoluut het proberen waard. Daarnaast geuren de vicoli op veel plekken naar focaccia, vanuit de vele panifici waar ze vers gebakken worden. De beroemde focaccia uit Genua is heerlijk zompig en zout, en locals dopen hem bij het ontbijt zelfs in de cappuccino.
Tekst Eveline Rethmeier, foto's Willem Sluyterman van Loo.
Voor het volledige artikel inclusief tips en adressen zie Italië Magazine nr. 2/2013.
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.