Blogposts

Blog

Geplaatst op maandag 13 januari 2014 @ 17:49 door Calamandja , 1548 keer bekeken

Italië Magazine nr 1 van 2014…

   

artikel_1094_2297_l.jpgHet zou wel eens het heer­lijkste jaar uit zijn leven kunnen zijn. Davide Zoppi, net afgestudeerd als jurist aan een prestigieuze Milanese universiteit, is eindelijk thuis na maanden keihard ­studeren. Zijn casa di mamma staat in Bonassola, een rustig dorpje aan zee ten noorden van de Cinque Terre. Straks gaat hij de wereld veroveren – hij wil misschien wel naar Londen – maar nu helpt hij zijn moeder Aida met het ­toeristenseizoen. Dat betekent gasten van B&B Cà du Ferrà ontvangen, zorgen dat er ’s ochtends verse broodjes zijn en tegelijkertijd zijn talen bijhouden. Zijn vriend is ook overgekomen uit Milaan, en als de dagelijkse rituelen met de gasten erop zitten, zijn er vrije uren om op het strand te liggen, te luieren in de tuin of te sporten. 

Vandaag kiest Davide voor het laatste, en wij mogen meedoen. Hij heeft twee fietsen voor ons klaargezet en een paar tellen later suizen we de straat uit, in de richting van het strand van Bonassola. ‘Ik fiets nog even langs Antica Guetta, dan reserveer ik een tafel voor jullie voor vanavond. Wachten jullie eventjes?’

Een paar minuten later is de tafel ­gereserveerd en kan de tocht beginnen. 

   

Oude treintunnel

artikel_1094_2298_l.jpgOmdat de Ligurische kuststreek nogal rotsachtig en steil is, is de auto eigenlijk niet het beste vervoersmiddel hier. ­Reizen per auto betekent telkens via bochtige bergwegen naar boven klimmen en dan weer via al even bochtige wegen naar beneden dalen. Vanuit Bonassola naar het nabijgelegen stadje Levanto 

doe je er per auto al gauw een half uur over, terwijl de afstand hemelsbreed ­misschien net twee kilometer is. ‘Daar hebben we hier dus iets op gevonden’, vertelt Davide trots. ‘Zie je die oude treintunnel daar verderop? Die leidt dwars door de rots heen naar Levanto. In plaats van hem dicht te gooien heeft onze gemeente geld geïnvesteerd en er een fietspad van gemaakt.’

Wat volgt is een van de merkwaardigste fietstochten uit ons leven. Vanaf de ­zonovergoten boulevard van Bonassola zetten we koers richting de tunnel. Zodra we die in rijden, voelen we een aangename koelte en zijn we even ­verblind. De ogen moeten nog even wennen aan het donker. Na een paar keer knipperen zien we dat de tunnel verlicht is met kleine lampjes. Een kaarsrechte weg – prettig wegdek – dwars door een rots. In de verte, op een afstand die moeilijk is in te schatten, zien we een heel klein stipje licht. Daar moet Levanto zijn. ‘Wedstrijdje doen?’ Davide zet aan. ­Halverwege de tunnel knijpt hij in zijn remmen, voor een van de doorkijkjes die uit de rotsen zijn gehakt. Het natuurlijke raam biedt een spectaculair uitzicht op de zee. Golven beuken tegen de rotsen. Geen mens te zien. 

   

Andere wereld

Als we de tunnel uit fietsen, moeten onze ogen juist weer even wennen aan het licht en de hitte verdrijft de koelte als een klap in het gezicht. Meteen bevinden we ons in een andere wereld. Waar Bonassola klein, rustig en dorps is, oogt Levanto als een mondaine badplaats. Rijen kleurige parasols tooien de stranden. In het centrum zitten tien­tallen pizzeria’s, trattoria’s en zelfs wat Ierse pubs. In de straten horen we een kakofonie van talen. Het moge duidelijk zijn: hier is het vooral het internationale toerisme dat geld in het laatje brengt. ‘En toch kiezen ook veel mensen uit de Italiaanse jetset Levanto als vakantie­bestemming’, weet Davide. ‘Zie je die grote tuin daar in de verte? Dat is de villa van de familie Agnelli.’ (Eigenaar van Fiat en een van de welvarendste families van Italië, red.) Eenmaal aan­gekomen bij de grote ijzeren poort die toegang geeft tot het domein van de Agnelli’s, zien we dat er een groot slot op zit. Een heel eind verderop, bovenop een heuvel, zien we grote auto’s staan (zeker geen Fiats). Er klinkt muziek, gegiechel van vrouwenstemmen en geplons van water, maar alles blijft verborgen voor ogen van buiten. We vragen Davide gekscherend of dit een bungabunga-oord is. Hij lacht. ‘Wie weet, wie weet. Ik zou er niet gek van opkijken.’ Voor we terugfietsen naar Bonassola stopt Davide nog even bij een pasticceria in Levanto. ‘Dan hebben jullie morgen wat lekkers bij het ontbijt.’

   

Schitterend baaitje

artikel_1094_2299_l.jpgTerug in Bonassola blijkt dat er ook de andere kant op een treintunnel is uit­gehakt. En ook deze doet inmiddels dienst als fietspad. Hij is iets langer, ­koeler, verlatener en donkerder en leidt naar het minidorpje Framura. Uit de muren van de tunnel zijn enkele paden gehakt die naar kleine strandjes leiden, en met een beetje geluk ben je daar helemaal alleen. Al zou het ook kunnen dat er iemand in z’n blootje op zo’n strand ligt, ze zijn ook in trek bij nudisten... 

Framura is niet veel meer dan een ­schitterend baaitje met twee cafeetjes waar je van een aperitief nipt terwijl de vissers in hun bootjes netten aan het repareren zijn. Zodra het begint te ­schemeren varen ze uit om vis te vangen. Het ruikt er naar basilicum, die tiert welig in Ligurische aarde. Niet voor niets werd pesto niet zo ver hiervandaan uitgevonden, in de havenstad Genua. 

’s Avonds strijken we neer op het terras van Antica Guetta in Bonassola, waar Davide voor ons een tafel had gereserveerd. We zijn aan de late kant, maar worden vriendelijk geholpen door een Italiaanse met duidelijk Amerikaans accent. Na dertig jaar in Amerika te ­hebben gewoond is ze teruggekeerd naar haar roots. We vallen gretig aan op het bord pasta met vongole dat ze ons komt brengen. 

De volgende ochtend staan op de tuintafel van Cà du Ferrà heerlijke gebakjes klaar uit Levanto. Aida, Davides moeder, zegt dat haar zoon er even niet is. Hij is zijn vader aan het helpen met de voor­bereidingen van de wijnoogst, hoog in 

de heuvels. Hij heeft nog wel een briefje voor ons achtergelaten: ‘Lekker gegeten gisteren?’ Daaronder heeft hij een ­tweede tip neergekrabbeld: Trattoria Dal Billy in Manarola, met in koeienletters ‘Ga daar eten!’ 

Op het station van Bonassola kopen we een dagretour. We gaan nu naar de echte Cinque Terre – dat wil ­zeggen: de gemeentes die zo slim zijn geweest de krachten te bundelen, waardoor ze nu op de Wereld­erfgoedlijst van Unesco staan. Dé manier om deze stadjes te bezoeken is per trein. Wie voordeliger uit wil zijn en rustiger wil verblijven, zorgt dat hij accommo­datie zoekt in en om Bonassola of Levanto, want de tarieven voor een tweepersoonskamer in de Cinque Terre zijn aangepast aan de status van Werelderfgoed.

(tekst Ralf Groothuizen, fotografie Jeroen Berends)

   

Voor het volledige artikel met tips en adressen zie Italië Magazine nr. 1, 2014. 

header_logo.jpg



Reacties

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.